The content of this page is only available in Dutch.
In het Nederlands Belastingplan 2025 is het voorstel gedaan om het btw-tarief voor overnachtingen voor kortdurende verhuur te verhogen van 9 procent naar 21 procent. Deze aanpassing zou per 1 januari 2026 in werking treden en heeft gevolgen voor de verhuur van woningen voor een kort verblijf in Nederland. Verhuurders die woningen aanbieden voor een tijdelijk verblijf, zoals aan expats, toeristen of andere tijdelijke huurders, zullen vanaf die datum te maken krijgen met een verhoogd btw-tarief. Het wetsvoorstel geldt daarnaast ook voor overnachtingen in onder meer hotels, pensions en vakantiewoningen.
In het Nederlands Belastingplan 2025 is het voorstel gedaan om het btw-tarief voor overnachtingen voor kortdurende verhuur te verhogen van 9 procent naar 21 procent. Deze aanpassing zou per 1 januari 2026 in werking treden en heeft gevolgen voor de verhuur van woningen voor een kort verblijf in Nederland. Verhuurders die woningen aanbieden voor een tijdelijk verblijf, zoals aan expats, toeristen of andere tijdelijke huurders, zullen vanaf die datum te maken krijgen met een verhoogd btw-tarief. Het wetsvoorstel geldt daarnaast ook voor overnachtingen in onder meer hotels, pensions en vakantiewoningen.
Kortdurende verhuur betreft de tijdelijke verhuur van gemeubileerde woningen voor periodes die meestal variëren van enkele weken tot in principe - maximaal zes maanden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor expats die tijdelijk in Nederland werken, of toeristen die voor een bepaalde tijd in Nederland verblijven. Tot nu toe viel deze vorm van verhuur onder het toepassingsgebied van de omzetbelasting (in België beter bekend als btw), weliswaar onder het verlaagde tarief van 9% omdat het werd beschouwd als logiesverstrekking (zelfs zonder dat er bijkomende diensten geleverd moeten worden). Dit betrof een uiterst gunstige regelgeving: btw opgelopen bij de aankoop of renovatie van vastgoed (in principe aangerekend aan een tarief van 21%) kon worden gerecupereerd door aan kortdurende verhuur van gemeubileerde woningen te doen mits aanrekening van 9% btw over de huurprijs (en dit gedurende de herzieningstermijn).
Echter, vanaf 1 januari 2026 geldt voor deze vorm van verhuur het reguliere btw-tarief van 21%.
De Nederlandse regering heeft besloten om kortdurende verhuurders gelijk te stellen aan reguliere verhuurders in de commerciële sector, zoals hotels. Met deze maatregel beoogt de overheid de concurrentie tussen verschillende verhuur vormen te harmoniseren en de woningmarkt effectiever te reguleren. Door het btw-tarief te verhogen naar 21% wordt kortdurende verhuur financieel minder aantrekkelijk, wat mogelijk bijdraagt aan een betere balans tussen het aanbod van woningen voor lange termijn verhuur en tijdelijke verhuur, aldus de Nederlandse wetgever.
Voor verhuurders betekent de wijziging dat zij te maken krijgen met een hogere belastingdruk op hun kortdurende verhuuractiviteiten. Voor de huurders van kortdurende accommodaties impliceert dit mogelijk dat zij vanaf 2026 meer moeten neertellen voor hun verblijf. Indien deze belasting evenwel niet (geheel) zal kunnen worden doorgerekend aan de huurders, betekent dit voor de verhuurders wellicht ook een verlaging van de aan te rekenen huurprijs (waarover 21% omzetbelasting aangerekend moet worden).
Tot slot wijzen we er nog op dat de tariefwijziging ook zou gelden voor vooruitbetalingen voor boekingen die na 1 januari 2026 plaatsvinden. Dit heeft tot gevolg dat als een huurder in 2025 een boeking maakt voor een verblijf in 2026, de verhuurder alsnog het nieuwe btw-tarief van 21% zal moeten toepassen.
Vanzelfsprekend volgen we dit voorstel, alsook andere relevante ontwikkelingen voor investeerders in Nederlands vastgoed op de voet op. Verdere updates volgen wellicht.